Vlaardingse fotograaf krijgt excuses en vergoeding van politie

VLAARDINGEN - De politieleiding in Rotterdam heeft de Vlaardingse fotograaf Joey Bremer excuses aangeboden en een schadevergoeding toegekend. Ook heeft de politie toegezegd binnen de organisatie extra aandacht te besteden aan de kennis over de richtlijnen voor omgang met de pers. ,,Journalisten dienen een publiek belang en politie moeten hen hier de ruimte voor geven'', zo stelt de politie in een persbericht.

De excuses komen op een moment dat de pers in toenemende mate onder vuur ligt en steeds vaker niet alleen verbaal maar ook fysiek wordt aangevallen. In die omstandigheden is het wel erg wrang dat ook de politie blijkbaar niet weet hoe met persfotografen en hun rechten moet omgaan. Dat laatste was zeker het geval op 8 april in Hoek van Holland. Joey Bremer werd daar - terwijl hij een oefening van de antiterreureenheid fotografeerde - met geweld door de politie verwijderd. ,,Ten onrechte'', zo concludeert de politie zelf ook.

Vanochtend is @010fotograaf tijdens zijn journalistieke werkzaamheden door agenten ernstig gehinderd. Hij was vanaf de openbare weg foto's aan het maken van een DSI training. Omstanders mochten wel doorgaan. Foto's spreken boekdelen! #handenafvandepers pic.twitter.com/wMFRqclycl

— Roland Heitink (@rolandheitink) April 8, 2021

 
,,Journalisten mogen op straat en in openbare ruimtes opnamen maken. Journalisten en politiemensen dienen elkaars rollen over en weer te respecteren. Beide partijen dienen een publiek belang en moeten zich inspannen elkaar het werk niet onnodig moeilijk te maken'', zo stelt journalistenbond NVJ. De politie zegt nu 'uiteraard' achter dit standpunt te staan en veel belang te hechten aan een goede omgang met de pers.

In een toelichting verschaft de politieleiding hun oordeel over de gang van zaken op 8 april. Daar oefende toen de Dienst Speciale Interventies, waarin politiemensen en militairen samenwerken. ,,Leden van het arrestatieteam lopen verhoogd veiligheidsrisico en zijn daarom voorzichtig met het prijsgeven van hun gezicht'', aldus de verklaring. ,,In de beleving van de agenten was het beter voor de privacy van de oefenende agenten dat de fotograaf stopte met het nemen van foto’s. Dit terwijl andere aanwezigen ongehinderd foto’s konden maken. Toen de fotograaf aangaf dat hij het volste recht had om te fotograferen, werd hij na discussie over en weer, ten onrechte met geweld gehinderd zijn werk uit te oefenen en hardhandig verwijderd.''

Dit had volgens het korps niet mogen gebeuren. ,,De betrokken agenten zijn hierop aangesproken. Inmiddels heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen de fotograaf en het bewuste basisteam en met de leiding van de politie Rotterdam. De fotograaf in kwestie heeft in een persoonlijk gesprek excuses gekregen en aanvaard. Daarnaast heeft er vanuit de politie een financiële genoegdoening plaatsgevonden aan de journalist.''