Categorieën

Service

70 jaar Mensenrechten: vrijheid van gedachten en journalistiek

70 jaar Mensenrechten: vrijheid van gedachten en journalistiek
Nieuws

70 jaar Mensenrechten: vrijheid van gedachten en journalistiek

  • Redactie
  • 30-04-2019
  • Nieuws
70 jaar Mensenrechten: vrijheid van gedachten en journalistiek
VLAARDINGEN - Begin december 2018 werd de campagne ‘Mensenrechten, die vier je’! gelanceerd in de Stadsgehoorzaal in het bijzijn van de burgemeester. Het 70-jarig bestaan van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens vormde voor de Vlaardingse afdeling van Amnesty International de aanleiding om dit campagnejaar te organiseren. 

Elke maand staat een ander recht centraal. Tal van organisaties werken mee om het ‘recht van de maand’ vorm te geven. Mensenrechten vier je door erbij stil te staan en in beweging te komen: dat is het uitgangspunt.  In april staan het ‘recht op vrijheid van gedachten’ en het ‘recht op vrijheid van journalistiek’ centraal.  Vier weken lang wisselen Marleen Bos en Herman van Nieuwenhuizen hierover van gedachten in een briefwisseling, die we hier integraal plaatsen. Hierbij de laatste brief.

Marleen Bos is freelance tekstschrijver  en geeft tevens les via haar eigen bedrijf Schrijfwerk. Herman van Nieuwenhuizen is journalist voor Vlaardingen24 en schrijft dagelijks over het nieuws.


Maandag 29 april 2019


Hoi Herman,

De aanleiding voor deze briefwisseling komt voort uit mijn aanbod aan Amnesty Vlaardingen om een schrijfcafé te organiseren rondom het thema recht op vrijheid van gedachten – omdat ik ervaar dat dit is wat er elke maand bij mij aan tafel gebeurt. Jij en ik concludeerden vervolgens dat we beiden onder heel andere omstandigheden ons werk doen en legden het idee voor onze ervaringen te delen in een wekelijkse brief aan elkaar.

Het schrijfcafé was afgelopen zondag, gewoon zoals elke maand met schrijfliefhebbers, vaste en onregelmatige bezoekers. De tijd ontbrak om er iets ‘groters’ van te maken, met extra aandacht en promotie vooraf, maar het genoemde thema was het uitgangspunt voor de schrijfopdrachten.

Het was een schrijfmiddag met een hoop gekakel, lol, serieus en aandachtig schrijven met lef en kwinkslag – net zoals alle andere keren, maar nu met nog meer stilstaan bij de veilige omgeving waarin we onze eerlijkste gedachten mogen delen. Want op mijn eerste schrijfopdracht ‘Probeer zo precies en eerlijk mogelijk te beschrijven wat je nu denkt’, schreef F: Ik wil hier weg, wat een herrie, ik versta de helft niet, waar gáát het over? Maar ik blijf, natuurlijk, het schrijven met elkaar geeft mij ook energie en vrolijkheid. En een fragment uit het schrijven van J: Hier kan ik dus helemaal niets mee, wat een flauwekul die drukte van P. Om halverwege haar afgeven op de ‘zogenaamde’ mop van P, in alle eerlijkheid haar afschuw daarover, ook bij zichzelf te leggen. W beschreef heel treffend een ongemakkelijke  situatie, zó herkenbaar en mede daarom heel hilarisch.

En zo ging het nog even door.  Je kunt je voorstellen hoe ontroerend en bevrijdend het was de eigen gedachten in alle vrijheid te kunnen en durven opschrijven. Natuurlijk hoeven niet alle gedachten te worden geuit, beter van niet soms, zoals J terecht opmerkte, omdat het niet altijd relevant, interessant of veilig is voor andermans oren: “Hoezo alles mag en alles kan, voor mij geldt altijd met respect voor jezelf en naar anderen.”

Mooi gezegd en zo is het natuurlijk, tegelijkertijd is het belangrijk jezelf te kunnen uiten en een manier te vinden die voor jou als persoon werkt. Of dat nou schilderen, sporten, tuinieren of in mijn geval, schrijven is. Uit de reacties van mijn cursisten en uit hoe ik het zelf ervaar, besef ik steeds meer hoe mooi en ja, hoe relevant, schrijflessen en schrijfcafés zijn. Relevant voor de schrijver zelf. Om zichzelf te kunnen uiten zoals hij of zij dat wil. En voor mij om te laten zien dat iedereen kan schrijven. Als je maar de vrijheid voelt om te doen wat je het liefst wil doen. Een andere relevantie vind ik ook dat een cursist na de schrijfcursus een carrièreswitch durfde te maken en nu collega-tekstschrijver is. Ook één van mijn huidige cursisten wil zich meer toeleggen op schrijven, ze besloot tot een sabbatical en schreef zich voor de tweede keer in voor mijn cursus.

Wat betreft mijn eigen schrijven zit de waarde vooral in het zichtbaar maken van de ander. Het verder luisteren dan wat ik in eerste instantie zie en hoor. Het heeft misschien geen eeuwigheidswaarde, maar naar mijn idee kunnen verhalen waarin de ander zichzelf laat zien, durft te laten zien, niet genoeg worden verteld. We zijn allemaal mensen en we ‘worstelen’ ons door het leven. ‘Zie de mens,’ om de woorden van NRC-columnist Marjoleine de Vos aan te halen. Hoewel in een wat andere context, vind ik het mooie woorden om mijn laatste brief aan jou mee te eindigen. 

Hoewel ik nog tientallen vragen aan jou zou kunnen stellen Herman ;-), kies ik voor nu voor deze ene:
Wat mij opvalt is dat je jezelf verhalenverzamelaar noemt, in de voorbeelden die je geeft lees ik meer de journalist in je. Als alles zou kunnen, als je alle tijd en vrijheid had, waar zou je dan nu direct aan willen beginnen te schrijven. En heb je misschien al een eerste zin?

Journalistiek is wat journalisten met nieuws doen. Ik vond het een eer dat je zo eerlijk mogelijk een inkijkje hebt willen geven in jouw werk als journalist, in hoe jij de (beperkte) vrijheid daarin ervaart. En ik ben blij een verhalenliefhebber meer te kennen nu.

Spreken we nog af bij de radio?
Wie weet tot snel.

Groeten, Marleen

 

 

Hoi Marleen,

 

Als ik na een eerste keer aandachtig lezen een aantal zaken uit je brief pik dan valt me eerst het woord carrièreswitch op. Dat was schrijven voor mij, na 35 jaar gewerkt te hebben in alle takken van zorg en het gevangeniswezen.  De constante factor in die decennia was altijd het observeren en beschrijven van mijn omgeving en ontdekken hoe ‘het echt zat’. Bij mijn laatste contract maakte iemand een opmerking over de manier waarop ik schreef en dat was voor mij een stimulans het over een andere boeg te gooien: schrijven dus. Met elk artikel vertel ik iets, maar niet alles is een verhaal, veel ervan zijn mededelingen, feitelijke weergaven van wat zichtbaar is.

 

De verhalen komen met,  en liggen in- de ontmoetingen die ik heb. In de raadszaal, op de markt, in één op één gesprekken en, dat zou ik je haast vergeten te vertellen, in de boekenwinkel waar ik een paar dagen per week werk. Journalistiek is geen vetpot, dat kunnen veel vakgenoten beamen, en daarom werk ik een aantal uren per week ook in de ‘offline’ wereld. Daar ontmoet ik dagelijks veel mensen en bij elke klant probeer ik contact te leggen. Vaak volgen er korte of soms langere gesprekken en wordt het meer dan een transactie tussen koper en verkoper. Daaruit heb ik inmiddels de mooiste en indrukwekkendste verhalen ‘gekregen’ …en dat is dus een deel van mijn ‘verzamelen van verhalen’ waar ik je eerder over schreef.

 

Eerlijk gezegd moet ik er niet aan denken dat ik nu ‘alle tijd en vrijheid’ zou hebben, want het zijn juist de dingen die ik nu doe die voldoening geven. Maar zou je me dwingen dan zou ik al die verhalen toevertrouwen op papier, die belevenissen vastleggen.

 

Tot gauw in de echte wereld

groet, Herman