Komkommerteler betrapt bij lozing op oppervlaktewater

Foto's: Delfland

VLAARDINGEN - Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft tijdens een avond- en nachtsurveillance op 28 maart een illegale lozing geconstateerd. Het ging om een lozing van vervuilende stoffen op het oppervlaktewater, afkomstig uit een kas van een komkommerteler in de Oude en Nieuwe Broekpolder in Honselersdijk. Deze polder was gedurende 2024 de een na slechtste polder bij metingen op stikstof.

Uit metingen, uitgevoerd door surveillanten van Delfland, bleek dat het nitraatgehalte in het geloosde water te hoog was. Dit betekent dat er veel voedingsstoffen (nutriënten als stikstof en fosfor) in het afvalwater zaten, dit maakt het drainwater. Drainwater wordt gebruikt bij de teelt als voedingswater en mag niet in de sloot terechtkomen. Het moet worden hergebruikt of afgevoerd via het vuilwaterriool. Lozing van drainwater is een van de zeven overtredingen waar het waterschap extra op handhaaft.

Zodra Delfland de lozing constateerde, is de bedrijfsleiding naar de kas gekomen om deze direct te stoppen. Er volgt nog verder onderzoek naar onder meer de samenstelling van het geloosde water, in veel gevallen zit er ook gewasbeschermingsmiddel in drainwater. Daarna zal het hoogheemraadschap 'passende maatregelen' nemen. 

Bij overtredingen grijpt Delfland in door een last onder dwangsom op te leggen. Op dit bedrijf rustte al een last onder dwangsom, zodat er nu een geldbedrag moet worden betaald. Daarnaast wordt bij ernstige overtredingen en misdrijven zoals een bewuste lozing ook een proces-verbaal opgemaakt en verstuurd naar het Openbaar Ministerie.

Hoogheemraad Stijn van Boxmeer is op zijn zachtst gezegd ontstemd: "Een al dan niet bewuste lozing schaadt niet alleen de waterkwaliteit en biodiversiteit, maar vooral ook het imago van de sector en zijn afzetketens. Als maatschappij wil je erop vertrouwen dat de productie en consumptie veilig zijn voor mens en milieu. Delfland meet en monitort de waterkwaliteit al op zoveel verschillende manieren. Surveilleren buiten kantooruren is een aanvulling op ons reguliere toezicht en blijkbaar is dat nodig.”