De vervuiler betaalt niet

VLAARDINGEN - Tijdens de raadsvergadering van 12 mei 2022 heeft de gemeenteraad de motie ‘de vervuiler betaalt’ aangenomen. In deze motie vraagt de raad het college om de gemeente Rotterdam en/of het Havenbedrijf Rotterdam een financiële vergoeding te vragen voor de kosten van de sanering van de Broekpolder. Immers, zo stelt de SP, destijds was de gemeente Rotterdam en ‘haar’ Havenbedrijf eigenaar van het gestorte havenslib dat later ernstig vervuild bleek te zijn. Om te voorkomen dat op termijn er allerlei verontreinigingen in het oppervlaktewater terecht komen wordt er nu op grote delen een extra laag schone grond gestort. En dat kost behoorlijk wat geld.

Het vervuilde havenslib uit Rotterdam is gestort in de periode tussen 1958 en 1975. In die tijd waren er nog nauwelijks regels voor wat betreft het storten van grond om gebieden op te hogen, en waaraan dat moest voldoen. Dat het om ernstig vervuilde grond ging werd ook pas duidelijk vanaf 1976, en pas begin jaren ’80 van de vorige eeuw kwamen er regels en wetten hierover: de Interimwet bodemsanering (januari 1983) en de Wet bodembescherming (3 juli 1986).

Het college heeft haar juristen aan het ‘puzzelen’ gezet op deze regelgeving en de bekende jurisprudentie. En stelt nu dat de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf niet meer verantwoordelijk gesteld kunnen worden. Er kan hooguit een verzoek gedaan worden of deze voormalige grote vervuilers van de Broekpolder een financiële bijdrage op vrijwillige basis willen doen.

Dat mag zo zijn, maar helemaal zinloos is een gang naar de rechter niet, want jurisprudentie is niet uitputtend geldend voor elke volgende vergelijkbare situatie. Het college lijkt zich er daarom mogelijk makkelijker vanaf te maken dan noodzakelijk.

De motie was overigens opgesteld en ingediend door de SP, en werd gesteund door alle fracties behalve die van de VVD.