Terreuraanslagen Vlaardingen: het blijft gissen

VLAARDINGEN - Toen de lichtjes in de kerstboom voor het stadhuis gisteravond aangestoken werden, reageerde burgemeester Bert Wijbenga nog even fel op de terreuraanslagen van dit jaar op een Vlaardingse loodgieter: ,,…ik wil één ding zeggen. Die crimineel die dit doet: jij krijgt Vlaardingers er niet onder! Vlaardingers vieren gewoon feest!” Stoere taal, maar met taal alleen vang je geen boeven.

Afgelopen vrijdag, 15 december, was het al de achtste keer dit jaar dat er een aanslag werd gepleegd. Zeven keer ontplofte er een explosief, eenmaal werd dat tijdig gevonden en opgeruimd. Het is een terreur van ongekende orde voor Vlaardingen, op één specifiek doelwit gericht, maar in de regio rond Rotterdam is het bijna aan de orde van de dag. Rotterdam lijdt al wat langer onder aanslagen met vuurwerkbommen, of beschietingen van panden, hoewel die laatste het afleggen tegen illegaal vuurwerk. Criminaliteit is ook een bedrijfstak, vuurwerk is goedkoper, en je kunt het eenvoudiger laten doen door jongeren die snel een paar honderd euro willen verdienen. Tussen opdrachtgever en uitvoerder zit minimaal één tussenpersoon, vaker meer. De verdachte die afgelopen week werd aangehouden binnen een uur na de zoveelste aanslag zal dan ook niet kunnen vertellen wie de uiteindelijke opdrachtgever is. En als hij het al weet dan houdt hij zijn lippen stijf op elkaar; anders is hijzelf zijn leven waarschijnlijk ook niet zeker.

Verder is het gissen wat en wie er achter zit in Vlaardingen, en de meeste reageerders op social media doen uitspraken als ‘het zal niet gaan om een verkeerd aangelegd leidinkje’. Dat is speculeren, en de loodgieter zegt vooralsnog niets te weten over het ‘hoe en waarom’. De verantwoordelijke moet in ieder geval bekend zijn met het doelwit, en er zullen ter voorbereiding waarschijnlijk wel volgacties zijn gepleegd om te weten te komen waar huis, haard en auto’s staan. Het doelwit zelf is echter nog gespaard, mogelijk ontbreekt er bij de dader nog wat informatie die verkregen moet worden met drukmiddelen. Maar ook dat is giswerk.

Ondertussen zijn politie en Openbaar Ministerie met een stevig team bezig te onderzoeken waar het om gaat, en daarbij wordt geen middel gespaard. Zo kan er via gsm-zendmasten, ook achteraf, gepeild worden wiens telefoons allemaal in de buurt waren op het moment van de aanslagen. Observatieteams, veelal in burger, zullen onopvallend in de buurt rondrijden van de potentiële doelwitten en er wordt ook druk gerechercheerd op de achtergronden en mogelijke vijanden van het doelwit.

Ondertussen is het ook voor Bert Wijbenga afwachten. De burgemeester is zelf voormalig politieman, maar moet nu wachten op zijn oud-collega’s, tot die een doorbraak weten te bereiken. En tijdens dat wachten vooral burgemeester van alle Vlaardingers zijn. Stoere taal is daarbij niet per se nodig.