Luisteren naar wat Vlaardingers echt willen? Da's lastig!
- Herman van Nieuwenhuizen
- 06-06-2025
- Politiek

VLAARDINGEN - Het is een beproefd recept bij de organisatie van inspraakavonden: bespreek een onderwerp niet centraal, maar verdeel de deelnemers in kleinere groepjes, elk met een eigen (deel)onderwerp. Geef ze daarbij een aantal stellingen en vragen die vooraf al naar een bepaald resultaat sturen. En zijn er dan nog aanwezigen die de belangrijkste punten van een plan niet zien zitten: zeg dat het niet kan, omdat er eerder (zonder hun inbreng overigens) al iets anders is bedacht.
Dat is in een notendop de samenvatting van de eerste avond op 20 februari dit jaar waar bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden bij elkaar kwamen om te reageren op de plannen voor de (Nieuwe) Binnenstad. Die groep was niet zo groot, er waren volgens de deze week gepubliceerde Reactienota zo’n 50 deelnemers. Die kregen in drie werkateliers drie onderwerpen voorgeschoteld: Kansrijke Voorzieningen, Mobiliteit en Liesveldpark en Omgeving.
Winkels erbij?
Bij Kansrijke Voorzieningen ging het vooral over wat de aanwezigen misten in de Binnenstad. Daar waren dan weer vier vragen over geformuleerd, waarvan er drie er een ‘bijsluiter’ hadden: ‘als u de vraag beantwoord, denk dan bijvoorbeeld hier of daar aan’. Zo stuur je de antwoorden makkelijk in een gewenste richting. Bij de vraag welke winkels aanwezigen misten werd door de gemeente gereageerd dat de suggesties meegenomen worden in het overleg met de vastgoedeigenaren. In de praktijk hoeft u er dan niet op te rekenen dat er een Primark in het centrum komt, want die hebben een bedrijfsstrategie waarin Vlaardingen niet voor komt. Dat geldt dan weer niet voor kappers, waar we er in Vlaardingen veel van hebben.
Parkeren en busverbinding
Bij Mobiliteit ging het onder meer over parkeren en een nieuwe busroute als het Liesveldviaduct tot een park is omgevormd. Daarnaast wat vragen over hoe en via welke route u naar het centrum wilt gaan. De zin van die laatste vragen lijkt nogal vaag, de antwoorden zie je waarschijnlijk nooit meer ergens terug. De doorsnee Vlaardinger is immers niet bekend met de Mobiliteitsagenda.
Naast de vragen waren er ook wat stellingen als ‘In de toekomstige binnenstad zou meer ruimte gecreëerd moeten worden voor groen, fietsen en wandelen’. Je kon daarbij kiezen tussen ‘Eens’ of ‘Oneens’, maar wie zou daartegen kunnen zijn? Met een handvol van dit soort stellingen kun je de deelnemers aan een inspraakavond elke kant op duwen.
Een park op het Liesveldviaduct (of toch maar niet)?
Het laatste onderwerp ging over het Liesveldpark, en dat is voor dit college ‘in beton gegoten’. Desondanks werd snel duidelijk wat een groot deel van de aanwezigen van het Liesveldpark vond. Op de vraag wat er absoluut niet binnen het Liesveldpark past waren vier van de vijf antwoorden dat er geen Liesveldpark moet komen. Met een kleine opkomst is het moeilijk om daaruit een definitieve conclusie te trekken. Op basis van de beschikbare bronnen lijkt het merendeel van Vlaardingen eerder tegen dan voor een Liesveldpark. Alle ideeën over wat er dan wel deel uit moest maken van het Liesveldpark (parkeerplaatsen voor bewoners van de HoogWitte, een kinderzwembad, tiny houses en meer) werden vrijwel allemaal afgeserveerd in het rapport: ‘kan echt niet’ of ‘dat hadden we niet zo bedacht’.
Lastige burgers vermijden
Kortom, de tijd dat een burgemeester of wethouder de confrontatie aanging met de burgers is zo goed als voorbij. In 2012 was dat nog het geval toen burgemeester Tjerk Bruinsma en wethouder Hans Versluijs voor een volle zaal in de Valkenhof stonden: er zouden arbeidsmigranten gehuisvest worden. Sindsdien bestaat inspraak vooral uit inloopbijeenkomsten, werkateliers met voorgekookte stellingen en vragen, en avonden waar vooral veel ambtenaren aanwezig zijn.