'k Wou dat je 'm is zag'
- Redactie
- 19-02-2018
- Nieuws
— Het is een valsch dier, edelachtbare.
— 't is een goeie hond, beklaagde, hij speelde met kinderen.
— Nooit gezien, edelachtbare... 't is een valsch kreng.
— 't Is niet, beklaagde, die juffrouw zal anders vertellen.
— Geen wonder, edelachtbare, zij gaf hem eten...
— En jij slaag.
— Niet-altijd, edelachtbare heer... 't is me hond en 'k moet er m'n brood mee verdienen.
— Dan is 't nog slechter, dat je zoo'n dier slaat.
— Maar edelachtbare... 't is waar, wat 'k zeg. Ik ben niet voor niks zoo groot geworden, om me te laten verscheuren door een hond.
— Zoo erg was het niet. Maar je sloeg je dier met een stok met een touw waar knoopen in zaten.
— Vast niet, edelachtbare. Geen touw met knoopen. Alleen met m'n stok heb 'k hem een lichte kastijding gegeven. Ik kan wel 50 getuigen meebrengen.
— Waarom heb je dat niet gedaan? (De verslaggevers kijken bedenkelijk, de deurwaarder leelijk).
— Voor zoon onnoozele zaak, edelachtbare.
— Dat zal je over 8 dagen niet zeggen. Het O. M. eischt tegen beklaagde — den 57-jarigen los-werkman M. De B., wonende te Vlaardingen — 14 dagen gevangenisstraf.
— Wat zeg je er van beklaagde?
— 'k Ben maar 'n arme vent, edelachtbare.
— Er wordt geen geldboete gevraagd.
— Nee, dat niet, edelachtbare... maar in zitten heb 'k geen zin. 't Is geen klein hondje, edelachtbare... God nee... hij is zóó... en zóó breed... 'n wolk van 'n dier... de kleur ligt er op... 'k wou dat je 'm is zag...